5 BOEKEN DIE ME BIJBLEVEN

 

De laatste weken lukt het me niet altijd om te focussen op het schrijven. Dat komt vast weer goed en gelukkig kan ik mijn tijd ook vullen met lezen. Dat doe ik graag en veel.
Soms vraagt iemand me wat mijn favoriete boek is, en of ik bij het lezen geen last heb van ‘beroepsdeformatie’. Het schrijven en lezen zit elkaar niet in de weg: ik kan genieten van het lezen, me mee laten voeren door een verhaal én oog hebben voor het vakmanschap van de auteur. Eén favoriet boek heb ik niet, dat hangt ook af van mijn gemoedstoestand op het moment dat ik iets lees. 
Deze keer geen blog over schrijven, maar – in willekeurige volgorde – een lijstje van vijf boeken die me om uiteenlopende redenen zijn bijgebleven.

 

  1. Kroniek van een aangekondigde dood van Gabriel Garcia Marquez.
    Niet vanwege de (in dezer dagen extra wrange) wat onheilspellende titel, maar vooral vanwege die allesomvattende beginzin: ‘Op de dag dat ze hem zouden doden, stond Santiago Nasar om 5 uur 30 ’s morgens op om de komst van de boot, waarmee de bisschop zou arriveren, af te wachten.’ Daar hoef ik niets meer aan toe te voegen – dat heeft Marquez al gedaan met een prachtig verhaal.

  2. Het Smelt van Lize Spit. Ik werd erin gezogen, in die geschiedenis van drie puberende kinderen in een Vlaams dorp. Ondanks de beklemmende en deprimerende sfeer bleef ik doorlezen, niet in de laatste plaats vanwege dat prachtige Vlaamse taalgebruik. Het einde zag ik niet aankomen, dagenlang ben ik van de kaart geweest. Zelden heeft een boek me zo geraakt.

  3. Het bloedend hart van Marilyn French. Ik las het lang geleden, in een periode van mijn leven waarin ook ik leed aan een gewond hart. Een roman over twee mensen die gevormd zijn door het leven, een onverwachte grote liefde en het dilemma tussen trouw blijven aan jezelf of je aanpassen aan de ander.

  4. De seringenboom. Herinneringen aan mijn broer van Toon Tellegen. Geen dierenverhalen (die ook prachtig en troostrijk zijn), maar jeugdherinneringen aan zijn zes jaar oudere, inmiddels overleden broer. Mooie, fijne portretjes vol liefde en bewondering, en met een dosis fantasie die de herinneringen vaak een absurdistische wending geven. Helemaal in lijn met zijn verhalen over mier en eekhoorn.

  5. Laura H. Het Kalifaatmeisje uit Zoetermeer van Thomas Rueb. Non-fictie, ik begon er met aarzeling aan, want de wereld van het jihadisme staat ver van me af. Dit boek maakt pijnlijk zichtbaar hoe een verloren kind in haar zoektocht naar geluk verkeerde afslagen neemt, waardoor ik er met meer mededogen naar kan kijken. Mooi en leerzaam.

Zit er iets bij dat je nog niet kent en ben je nieuwsgierig geworden? Lezen maar, zou ik zeggen. En altijd leuk als je dan een reactie achterlaat

 

 

Geplaatst in Geen categorie | 1 reactie

Hoe blijf je ook in de zomer aan het werk?

Het is zomer. Al halen we nog niet de tropische temperaturen van vorig jaar en worden we af en toe verrast door een regen- of onweersbui, het is onmiskenbaar zomer. Tijd voor afsluitende zomerbarbecues, jaarlijkse etentjes, lange wandelingen langs het strand of in het bos,  of gezellige boottochtjes.
’s Morgens vroeg blijven de straten stil – de schoolkinderen zijn vertrokken naar camping of vakantiehuis. In de supermarkt is het rustiger, de kassarijen zijn korter en de files nemen langzaam af. En, hoewel mijn eigen vakantie nog even op zich laat wachten – zo’n zomer maakt ook mij ‘een beetje lui’. Liever dan achter de laptop te kruipen, pak ik een mooi boek op en nestel ik me in de tuin of op de bank.

Ochtendroutine
Mijn eerdere boeken schreef ik vooral in de vroege uurtjes. Ook voor het schrijven aan mijn roman-in-wording maakte ik gebruik van de ochtenden. Een uurtje eerder opstaan en alvast wat schrijven. Het is vroeg licht ’s morgens, toch lukt het me niet. Ik draal en luier, en ineens is het alweer de hoogste tijd om naar mijn betaalde werk te gaan. Mijn laptop thuis is wéér niet opgestart, ik ben al veel te lang ‘los’ van mijn verhaal. Hoogste tijd om eens op een rijtje te zetten waarom het niet lukt én – belangrijker! – wat ik daaraan ga doen.

Metaschrijven
Ik besteed een vrije zaterdagochtend aan het schrijven óver mijn verhaal en mijn schrijfproces. Inmiddels staat er al behoorlijk wat tekst in een eerste versie, maar ik ben niet tevreden over de vorm. Toch doorschrijven naar het einde, of alvast beginnen met herschrijven? Dat laatste is mijn valkuil, eerst wil ik een eerste versie af hebben. Ik schrijf meestal in chronologische volgorde, ik haal mijn opzet erbij en check of het einde van het verhaal nog past bij wat er nu ligt. Er zijn wat aanpassingen nodig, maar dan heb ik weer een beeld van wat ik nog te schrijven heb.

 De tien-minuten-methode
Ik heb hem vaker gebruikt in tijden waarin ik ‘vast’ zat. Zet een timer op tien minuten en begin te werken. Tien minuten is genoeg om die laatste scene te herschrijven, steekwoorden te noteren voor die volgende scene waar ik mee aan de gang wil of een dialoog aan te passen. Het belangrijkste voordeel van deze methode: het gebeurt me bijna altijd dat ik er na tien minuten niet meer mee wil  stoppen en gewoon lekker doorschrijf.

 Schrijf (ergens) anders
Ik werk op een laptop en zit dan graag aan de eettafel. Een enkele keer wijk ik uit naar een andere werkplek in huis. Maar soms, als ik mezelf los wil schrijven, ga ik naar buiten. Op een bankje in het park of op de hei, op een terrasje in het centrum… Ik schrijf met een pen in één van de vele schrijfnotitieboekjes die ik heb. Daar komt dan geen kant-en-klaar verhaal uit, maar het levert gedachtenspinsels, schetsen en ideeën op die ik later kan gebruiken.

 Schrijf iets anders
Ik schreef het al, ik ben een chronologische schrijfster, het verhaal ontrolt zich vaak terwijl ik schrijf. Toch kan het helpen om die lijn los te laten en alvast in die éne scene te duiken waar ik zin in heb. Zo heb ik voor mijn vorige roman, Niet met Opzet, de eindscène geschreven voor ik het conflict uitgewerkt had. En tijdens het schrijven van die eindscène ontdekte ik ineens waar het verhaal óók over gaat: niet alleen het geheim tussen twee geliefden, maar ook de relatie van een vrouw met haar moeder.
En tot slot: soms kies ik tussendoor voor een ander genre en schrijf ik bijvoorbeeld een kort verhaal. En dat is precies wat ik nu ook gedaan heb: het werk aan de roman is blijven liggen, maar er is wel een blogtekst tot stand gekomen.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Verhaal uit eigen pen


In mijn vorige blog liet ik een verhalengenerator het werk doen. Op basis van een groot aantal door mij aangegeven variabelen kwam tenslotte een (Engelstalig) verhaal tot stand. In datzelfde blog beloofde ik ook zelf aan het werk te gaan – ik was benieuwd welk verhaal er uit mijn eigen pen zou rollen als ik met dezelfde variabelen aan de slag zou gaan.
Het werd nogal wat gepuzzel – mijn schrijfstijl kenmerkt zich door spaarzaam gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en beeldspraak, maar bij dit experiment kwam ik er niet onderuit, wilde ik alle variabelen inderdaad een plek geven. Vanuit de gedachte dat creativiteit gebaat is bij beperking startte ik met schrijven. Gaandeweg kreeg ik er steeds meer plezier in als ik wéér een term uit mijn lijstje kon wegstrepen omdat het zijn plek gevonden had. Uiteindelijk is het gelukt en zitten alle variabelen in het verhaal dat je hieronder vindt. Of het beter is geworden dan het verhaal dat de generator heeft geproduceerd? Dat hoor ik graag van jullie in een reactie.

BLUFPOKER

Mildred Donaldson staat voor het raam en staart naar de regen die de Amsterdamse zaterdagmiddag in een grijze waas hult. Begrafenisweer, noemde ze dit vroeger. Ondanks het koude en vochtige weer is het druk. Rondvaartboten varen over de grachten, op de smalle straat verdringen toeristen en winkelpubliek zich. Een vrouw jogt zich achter een in plastic gehulde buggy een weg naar het park. Een oude man baant zich een weg door de menigte, een hand tegen zijn groezelige hoed gedrukt.
Als Zach de kamer binnenkomt, draait Mildred zich om. Hij heeft thee gezet en geeft haar een beker waar de damp van af slaat.
‘Wil je er een sandwich bij?’ vraagt hij.
Ze schudt haar hoofd en gaat zwijgend aan de tafel tegenover hem zitten, de benen over elkaar geslagen. Haar knie stoot tegen de tafelrand.
De man tegenover haar oogt jonger dan hij is. Een mooie jongen is hij, nog steeds. Hij weet het van zichzelf, ook nu gebruikt hij al zijn charme als hij haar hoopvol aankijkt, kwetsbaar als een kleuter.
‘Wat vind je ervan?’ vraagt hij. ‘Het is een fantastische investering.’
Mildred bestudeert haar vingernagels. Bij haar pink is een stukje van de roze lak afgebladderd. Nu zou ze dapper moeten zijn. Ze kan het niet over haar hart verkrijgen hem de waarheid te vertellen. Een lafaard, dat is ze.
‘Twintigduizend euro,’ zegt Zach. ‘Dat is alles wat ik nodig heb om me in te kopen. Er moet meer dan genoeg geld op onze spaarrekening staan.’
De angst kronkelt zich als een slang om Mildreds hart.
Zach heeft hun financiën altijd aan haar overgelaten. ‘Jij bent de manager,’ grapte hij vaak.
Voor zover zij weet, heeft hij zelfs geen inloggegevens, hij kijkt nooit naar hun bankrekening. Ze hoort geritsel in de keuken. Weer die verdomde muizen. ‘We zouden een kat moeten nemen,’ zegt ze. ‘Een jonkie misschien, ergens van een boerderij.’
Zach fluit zachtjes. ‘Maar wat vind je? Het is een goed voorstel, toch? Met de verhuur verdienen we dat geld in vijf jaar terug. Veel slimmer dan het geld op de bank te laten staan.
Hij kan niet weten dat hun financiële situatie allang niet meer stabiel is. Het is zijn schuld, denkt Mildred. Hij had die baan nooit moeten aannemen. Hij moest zo nodig avonddiensten draaien.
Die eerste avond zat ze verloren in hun appartement. Doelloos dwaalde ze rond op internet, tot ze een online pokerspel vond. Dat werd haar tijdbesteding op die eenzame avonden. Telkens weer werd ze verscheurd door tegenstrijdige krachten. Inmiddels heeft het verlies reusachtige proporties aangenomen. Compleet losgeslagen, dat is ze.
‘En?’ vraagt Zach. Er trekt een bezorgde frons tussen zijn wenkbrauwen. ‘Heb je me eigenlijk wel gehoord?’ Hij reikt over de tafel naar haar hand en speelt met haar vingers.
Mildred zou haar hand willen terugtrekken en uitvallen, zeggen dat het voorbij is. Dat ze hem niet nodig heeft in haar leven. Als ze weggaat hoeft ze niets op te biechten. Alles liever dan hem deelgenoot maken van haar probleem. Hij zal het voor haar willen oplossen, als de galante ridder die ze zo vaak in hem ziet. Een regeling gaan treffen, een plan opstellen. Haar beletten om te spelen.
‘Ik kijk er vanavond naar,’ belooft ze. ‘Morgen praten we verder.’
Zach staat op. ‘Ik moet weg,’ zegt hij. Hij plant een kus op haar hoofd en loopt de kamer uit.
‘Wacht maar niet op mij, vanavond. We hebben een krappe bezetting, het kan laat worden.’
Mildred knikt en wacht tot ze de deur beneden dicht hoort vallen. Dan haast ze zich overeind en pakt de laptop uit de kast. Een goede hand vanavond, dat is alles wat ze nodig heeft. Dan hoeft Zach er niets van te weten.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Verhalengenerator

In mijn vorige blog had ik het over het ontstaan van ideeën en, onder andere, de hulp die je daarbij van Internet kunt krijgen.
Om de proef op te som te nemen, besloot ik uit te zoeken hoe dat precies werkt, een verhaal schrijven met behulp van een plotgenerator. Google brengt me al direct naar https://www.plot-generator.org.uk/. Weliswaar een Engelstalige website, waar ik mijn verhalen in het Nederlands schrijf, maar ik begin vol goede moed.

De eerste stappen
Er moeten keuzes gemaakt worden. Het genre is makkelijk: ik kies een kort verhaal. Voor de titel kan ik kiezen uit een aantal mogelijkheden. Wordt het de naam van mijn hoofdpersoon of een ander personage? Een verwijzing naar een voorwerp dat een rol speelt in het verhaal, het weer of de plaats waar het verhaal zich gaat ontrollen? Ik maak het mezelf makkelijk en kies voor random.
Dan de openingsscène: begin ik met actie of in de relationele sfeer? Ik kies het laatste, dat past het meest bij de verhalen die ik normaliter schrijf. Het conflict mag gaan over een financiële kwestie – zo komt mijn broodwinning in de financiële dienstverlening ook nog zijdelings terug in het verhaal. En omdat niet alles nu eenmaal goed afloopt, kies ik als einde voor sad¸ in plaats van happy of violent.

De personages
Over wie gaat mijn verhaal? Als ik aan een roman werk, maak ik uitgebreide karakterbeschrijvingen en denk ik lang na over passende namen. Nu laat ik de generator zijn werk doen en klik op suggest. Het worden Mildred Donaldson en Zach Greenway. Wat wíl deze Zach van Mildred? Ook hier kies ik voor suggest. Affection, verschijnt er op het scherm. Dat betekent bij de volgende keuze dat Zach positief staat tegenover Mildred. Van iemand die je niets kan schelen of aan wie je een hekel hebt, heb je tenslotte geen behoefte aan affectie.
Wat zou Mildred willen zéggen tegen Zach? Ook hier kan ik uit een aantal opties kiezen, variërend van Beam me up, Scotty tot I’m your father (wat weer hele nieuwe mogelijkheden biedt voor deze plot). Maar Zach wil liefde, of tenminste genegenheid, en omdat er geen verhaal is zonder conflict, kies ik voor I just don’t need you in my life.

Het decor
Waar speelt het verhaal zich af? Ik blijf dicht bij huis en kies Amsterdam. En bij Amsterdam horen nu eenmaal grachten. Het is er koud en druk. Er wordt gevraagd om vier bijvoeglijke naamwoorden. Ik kies uit talloze mogelijkheden die me worden voorgeschoteld: anxious, lonely, ambivalent en concerned. Al vraag ik me even af hoe de combinatie van sad en happy in dit geval zou uitpakken.
Een bijvoeglijk naamwoord om een object te beschrijven wordt giant.

Keuzes, keuzes, keuzes..
Zo gaat het nog een tijdje door. Zes karaktereigenschappen worden er gevraagd, zonder dat ik weet van wie. Ik kies stable, coward, patient, hopeful, smart en brave . Een gebeurtenis wordt een begrafenis, als werkwoorden kies ik boating, rampaging en jogging. Een kwetsbaar iemand blijkt een kleuter, onze Mildred is vergelijkbaar met een manager, Zach daarentegen heeft meer van een ridder. Midred drinkt het liefst thee, als muzieksoort kies ik de fluit en als ik twee voorwerpen moet kiezen worden het een hoed en een sandwich. We gaan van valuta (euro’s, in Amsterdam) naar het weer (regen), de dieren worden respectievelijk slangen, jonge katten en muizen.
Nog twee keuzes te gaan: lichaamsdelen (vingernagels en benen) en vier uiterlijke kenmerken (charming, moist, beautiful en grubby).
En dan, eindelijk, ben ik bij de knop write me a short story.
Met een brede glimlach lees ik wat de plotgenerator heeft geproduceerd. Niet altijd even logisch, en vooral de ‘vuile vingernagels’ komen een aantal keren terug. Je kunt ervoor kiezen het verhaal op internet te publiceren en te delen op sociale media. Er verschijnt zelfs een aantal commentaren onder het verhaal. (voor wie het wil lezen: je vindt het op https://www.plot-generator.org.uk/21lvvj14/two-smart-uncles-jogging-to-beat.html).

Tot slot
Een experiment waar ik met lichte weerstand aan begon, maar waar ik steeds meer plezier in kreeg. Net als bij het zélf schrijven van een verhaal, moeten er keuzes gemaakt worden. Veel keuzes, die ook nog eens de interne logica van het verhaal moeten ondersteunen. Deze keer heb ik het me makkelijk gemaakt en een groot deel van de keuzes aan de plotgenerator overgelaten. Het verhaal dat er uit is komen rollen, is niet het mijne. De personages zijn me te onbekend, de plot is te onlogisch.
Juist het mezelf onderdompelen in verhaallijnen en personages, puzzelen over plotwendingen, dialogen en situaties waarin mijn personages verzeild raken, maakt het schrijven voor mij zo waardevol. Ik schrijf om te onderzoeken, de wereld te leren kennen.
Dit experiment roept de vraag op wat míjn verhaal dan zou worden, als ik gebruik zou maken van alle variabelen die ik heb gekozen. Eén ding is zeker: ik doe er langer over dan een plotgenerator. Dat verhaal volgt dus een volgende keer.

Geplaatst in Geen categorie | 2 reacties

Hoe ontstaat een idee?

Onlangs zag ik The Wife. Een film over een Nobelprijswinnende auteur, wiens boeken in het geheim geschreven werden door zijn zichzelf wegcijferende echtgenote. Zíj bracht uren door achter de typemachine, híj leverde de ideeën.
De vraag onder het verhaal intrigeerde me. De morele boodschap was dat echtgenote de prijs verdiend zou hebben met haar noeste arbeid en haar taalvirtuositeit. Maar is het idee dan zoveel minder waard? Je kunt geen verhaal vertellen zonder idee. En waar komen die ideeën vandaan?

Internet
Op internet vind je talloze artikelen over het stimuleren van creativiteit en het aanboren van ideeën. Een site als https://www.plot-generator.org.uk/ maakt het je heel makkelijk. Daar vind je een complete plotleverancier, gerangschikt naar genre.

Onderbewustzijn
As je liever zelf aan het werk gaat, kun je vertrouwen op je onderbewustzijn. Door free writing bijvoorbeeld, gewoon gaan zitten en doorschrijven, in één stroom, al dan niet op muziek of aan de hand van een voorwerp dat je beschrijft. Na een kwartier of een halfuur doorschrijven kun je zien of er iets bruikbaars tussen zit. Een beeld, een thema, een personage waarmee je verder kunt werken.
Ook als je al wat verder bent in het schrijven, loont het soms om ‘gewoon’ door te schrijven en daarna betekenis en samenhang te geven aan dat wat op papier staat.

Echt gebeurd
Autobiografisch schrijven staat volop in de belangstelling. Er zijn volop cursussen die ook de ongeoefende schrijver leren hoe je een levensverhaal kunt schrijven. En als je niet je eigen leven als basis wil nemen, kun je een bekend of minder bekend (historisch) personage nemen. Judith Koelemeijer schreef zowel over haar eigen geschiedenis (Hemelvaart en Het zwijgen van Maria Zachea) als over dat van een ander (Anna Boom). Zoals ook voor Sonny Boy van Annejet van der Zijl mensen van vlees en bloed  de basis vormen.

De krant
Krantenartikelen zijn een dankbare bron voor verhalen. Rascha Peper gebruikte ze regelmatig en dat leverde prachtige verhalen op, zoals de novelle Dooi. Een verhaal over een man die wekenlang vastzit met zijn boot op het IJsselmeer.
Ook mijn idee voor Niet met Opzet ontstond uit een stukje dat ik ooit las. Een toerist viel onder invloed van paddo’s uit een hotelraam. Zelf bleef hij ongedeerd, iemand op een terras onder het raam kwam daarbij om. Wat doet het met je, als je door een stommiteit verantwoordelijk bent voor de dood van een ander? Het was het uitgangspunt voor mijn roman, die vervolgens een ander zwaartepunt kreeg (maar hoe dat werkt is een ander verhaal).

Personages
Je kunt je laten inspireren door mensen die je toevallig tegenkomt.
Een favoriet spel van een van mijn vriendinnen om tijdens etentjes met haar man te fantaseren over de levens van mensen die aan andere tafels zitten.
Zelf stapte ik een jaar geleden in een hotel ’s morgens de lift in op weg naar het ontbijt. Daar stond een jonge man in een werkoverall vol verfvlekken. Nu vraagt een hotel natuurlijk onderhoud, maar zou er echt op een zondag gewerkt worden? De man verontschuldigde zich voor zijn uiterlijk, vertelde in twee zinnen dat hij tijdelijk in het hotel woonde omdat zijn huis was afgebrand. Voor ik verder kon vragen, stapte hij uit. Zijn verhaal  is nog niet geschreven, maar het is een haakje in mijn hoofd dat misschien ooit tevoorschijn komt.

Hoe belangrijk is een idee?
Terug naar de oorspronkelijke vraag: draait het om het idee of om de meters achter de laptop?
Ooit dacht ik dat de kunst van het schrijven er in lag om die éne, briljante roman te schrijven. Tot ik me realiseerde dat ieder verhaal al eens is verteld. Boeken als The Seven Basic Plots van Christopher Booker of De 36 dramatische situaties van Jan Veldman geven aan dat er maar een beperkt repertoire is van basisverhalen die we elkaar vertellen.
Toch is dat geen reden om de schrijfpen dan maar aan de wilgen te hangen. Iedereen vertelt een  verhaal op zijn eigen, unieke manier. Met een eigen stem, beelden die bij de schrijver en bij zijn tijd passen.
Daarvoor is zitvlees nodig, en doorzettingsvermogen. Gewoon aan het werk gaan, zinnen produceren, schrappen en doorschrijven.
Een verhaal kan niet zonder een idee, maar dat idee kan alleen maar uitgewerkt worden door eraan te werken. Waarbij het schrijven trouwens het leukste werk is dat ik me kan indenken.

 

 

 

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Schrijfopleidingen – zin of onzin?

Find_your_voice._express_yourself._creative_writing.

‘Schrijven – kun je dat dan léren? Dat moet je toch gewoon dóen?’
Ondanks alle schrijfcursussen, -retraites, -coaches, -workshops en -opleidingen die worden aangeboden op het gebied van (fictie) schrijven, is dit een opmerking die regelmatig terugkomt. Bij beeldende kunstenaars kijkt niemand er vreemd van op als zij zich verder bekwamen in de te gebruiken technieken op een kunstacademie. Het vakgebied ‘creatief schrijven’ heeft een dergelijke status in Nederland niet bereikt. Nu wil ik geen reclamepraatje houden en het komt bij mijn weten zelden voor dat je met een uitgeverscontract op zak een schrijfopleiding verlaat. Het volgen van een opleiding heeft mij persoonlijk wel degelijk wat opgeleverd.

Verslaving

Een voorbehoud is op zijn plaats: ik lijd persoonlijk aan een lichte verslaving als het gaat om het volgen van een opleiding. Een ander vindt haar of zijn ontspanning op de tennisbaan, een mooie film of een bezoek aan de sportschool – mijn ultieme plezier ligt in het oppakken van een studieboek. Of het nu gaat om een cursus filosofie, modules cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit of het leren van Spaans of Italiaans, ik draai er mijn hand niet voor om.

Schrijfcursussen

Ook op het gebied van schrijfcursussen ben ik langzamerhand expert. Voor mijn plezier volgde ik laagdrempelig cursussen bij individuele docenten of een volksuniversiteit. Met gelijkgestemden vormde ik een schrijversgroepje dat inmiddels al 24 jaar bij elkaar komt, zij het in wat uitgedunde vorm.
Na een paar losse cursussen besloot ik mijn schrijversambities eindelijk serieus te nemen en ik koos voor een gedegen (deeltijd)opleiding.

Techniek

Schrijven is inderdaad vooral een kwestie van dóen, zoals dat ook voor andere kunsten geldt. Maar het helpt om technieken aangereikt te krijgen en niet zelf het wiel uit te hoeven vinden. Welk perspectief kies je, vertel je je verhaal in een tegenwoordige of verleden tijd, welke consequenties heeft dit voor je verhaal? Hoe bouw je een plot, hoe vind je je eigen, persoonlijke stijl? Veel, heel veel informatie is tegenwoordig ook te vinden in de vele schrijfblogs op internet. Voor mij persoonlijk werkte het contact met een schrijfdocent beter. Ik maakte iedere week nieuwe oefeningen en zette me over mijn schroom heen door door mijn teksten in een groep voor te lezen.

Wat heeft het gebracht

Schrijven is ook een kwestie van discipline, een kwestie van ‘bijven zitten tot het er staat’, zoals Kees van Kooten ooit zei. Dat is het eerste wat de schrijfopleiding me heeft geleerd: niet wachten op inspiratie, maar gewoon gaan zitten en aan het werk gaan.
Minstens zo belangrijk zijn de contacten die ik aan de opleiding heb overgehouden. Met een groepje eerstejaars komen we nog steeds bij elkaar. We lezen elkaars teksten, geven commentaar en motiveren elkaar als het even tegenzit. Discipline en contacten dus, meer dan alle aangereikte technieken en lessen. Want, zoals W. Somerset Maugham ooit constateerde: Er zijn drie regels voor het schrijven van een boek. Helaas weet niemand wat die zijn.’

Geplaatst in Geen categorie | 2 reacties

Schrijftijd

hourglass-1290532__480

‘Wat was het moeilijkste bij het schrijven van uw boek?’ Die vraag kreeg ik tijdens een lezing en ik antwoordde met een verhaal over het structureren en doseren van informatie. Het bouwen van een verhaal vraagt veel aandacht en ambachtskunst. Later die avond realiseerde ik me dat dit niet het échte probleem is. Verteltechnieken krijg ik steeds meer in de vingers, maar er is een ander, wezenlijker struikelblok waar ik tegen aan loop: hoe vind ik de tijd  – en de rust – om te schrijven?

Dubbele pet
Naast het schrijven van verhalen heb ik namelijk nog een ander, werkzaam bestaan. En dat arbeidzame leven slokt veel van mijn tijd en aandacht op, waardoor het schrijven er te vaak bij in dreigt te schieten. Hoe doen anderen dat? Een korte rondvraag in mijn omgeving leerde me dat ik niet de enige bent die hiermee worstelt. Ideeën zijn er genoeg – wat vaak ontbreekt is tijd om ze op papier te krijgen. Zelfs gevestigde auteurs is het niet altijd gegeven fulltime schrijver te zijn. Soms combineren ze hun schrijverschap met activiteiten als docent of begeleider van beginnende auteurs. Of hebben ze bijbanen als postbode of nachtportier. En zelfs áls ze fulltime schrijver zijn: hoe productief ben je als je acht uur per dag tot je beschikking hebt? Besteed je die aan die éne roman, of komen er andere klussen tussendoor? Columns die ingeleverd moeten worden, overleg met een redacteur – ook dat hoort bij het schrijverschap.

Asociaal?
Ook als er geen carrières zijn die een beroep op je doen, komt het echte leven er vaak tussendoor. Je kunt een gezin hebben met (kleine) kinderen of hulpbehoevende ouders moeten bijstaan. Er kunnen vrienden zijn die een beroep op je doen. Een partner die je verwent met een uitje op een moment dat je zelf het liefst aan je verhaal had willen werken. Om maar te zwijgen van de grote drama’s in het leven: ernstige ziektes, echtscheidingen, sterfgevallen. Soms lees je dat je als schrijver dan maar asociaal moet zijn en voor jezelf moet kiezen. Hoe doe je dat in een tijd waarin sociale netwerken dankzij voortschrijdende media groter zijn dan ooit?

Schrijfritme
Schrijven is een individueel proces, voor iedereen werkt het anders. De één werkt het liefst ’s morgens, een ander gaat tot diep in de nacht door. Sommigen hebben een vaste schrijfdag in de week, anderen schrijven het liefst iedere dag, en een enkeling gebruikt een vakantie om een roman vorm te geven. De één werkt aan verhalen in een drukbezocht café of met de laptop op schoot terwijl de rest van het gezin tv kijkt. Een ander heeft behoefte aan meer afzondering. Veel medeschrijvers droomden van een (schrijf)blokhutje in de tuin, een eigen kamer, een kantoor buitenshuis of een schrijfretraite.

Wat werkt voor mij?
In de afgelopen jaren heb ik twee belangrijke persoonlijke ontdekkingen gedaan. Ik schrijf het liefst ’s morgens, als ik nog half in de nacht zit, voor de wereld mijn aandacht opeist. Én het werkt voor mij het beste als ik íedere dag kan schrijven, al is het maar een kwartiertje. Iedere dag éven contact maken met het verhaal en er op vertrouwen dat het schrijfproces in mijn onderbewustzijn de rest van de dag doorgaat. Het lukt niet altijd en in periodes waarin mijn werkzame leven zich in al haar hectiek doet gelden is mijn dagelijkse schrijfmoment het eerste dat ik opgeef. Dit zijn de dagen van goede voornemens. Voornemens waarvan het ongelooflijk moeilijk is ze ook echt wáár te maken en ik zal mezelf er dan ook regelmatig aan moeten herinneren. Maar ik ga er voor: mijn dagen beginnen met schrijven.

Geplaatst in Geen categorie | 5 reacties

Volg je hart?

Ben je ooit te oud om iets nieuws te ondernemen? Onze levensverwachting stijgt gestaag,  toch worden we vanaf ons 50ste genadeloos ingedeeld bij de senioren. Kun je de wereld dan nog veroveren als aanstormend talent? En, als men vindt dat het niet kan, waarom zou je het nog proberen?

 Te oud
De sportschool organiseert speciale fitnesstrainingen, er zijn aparte tijdschriften voor ouderen en er wordt zelfs een 50Plus beurs georganiseerd. We zien beelden van stralende, energieke ouderen – maar toch knaagt er iets. Want de 75-jarige die zijn eerste parachutesprong maakt, noemen we roekeloos. En de vrouw van 68 die op een zware BMW-motor door de straat scheurt maakt zichzelf vooral belachelijk. En hoe zat het met die veelbelovende zanger, die ooit bij een van de vele talentenshows vroegtijdig werd weggestemd? De motivatie? Zijn toekomst lag voornamelijk achter hem.

Parachute

Jeugddroom
Al jaren speelt mijn werkzame leven zich af in de administratieve sector. Niet dat ik er ooit van droomde boekhoudster te worden. Journaliste wilde ik zijn. Verslag doen van het onrecht, reizen naar de brandhaarden van de wereld. Of, liever nog, schrijfster. Een rustig, beschouwend leven. De wereld verrassen met mooie verhalen.

Het leven kwam er tussendoor. Er moest geld verdiend worden, want de huur van mijn kamer kwam iedere maand terug. Later was er een huis, en de hypotheek. Er kwamen kinderen die zorg nodig hadden.

Het vak waarin ik min of meer toevallig verzeild was geraakt, bleek een goede basis. En dus verdien ik tot op heden mijn geld op een gedegen, soms ietwat saaie manier: creatief boekhouden wordt meestal niet erg gewaardeerd.

Passie
Mijn liefde voor de letteren was nooit ver weg. Ik las veel boeken en volgde een cursus ‘creatief schrijven’. Om meer grip te krijgen op het materiaal van de schrijver, de taal, volgde ik een studie Nederlandse taal en cultuur. Een prachtige opleiding, waarin ik gefascineerd raakte door de verhalen uit de Middeleeuwen. Maar ook een studie die een groot beroep deed op mijn linker hersenhelft: de wetenschap benaderen we vooral rationeel. Na negen jaar was er een titel en een diploma-uitreiking. Een wetenschappelijke carrière zat er – terecht – niet in: de spoeling was dun en er waren veel talentvolle jongeren.

Het werd tijd terug te keren naar die andere kant: het speelse, creatieve, intuïtieve schrijven.

Schrijversvakschool
Zo kwam ik in aanraking met de Schrijversvakschool in Amsterdam. De cursus creatief schrijven bracht, na mijn scriptie voor de studie Nederlandse taal en cultuur, het plezier in mooie verhalen terug. Bijkomend voordeel: de teksten hoefden niet ‘af’ te zijn.

Dat er ook een vierjarige opleiding was, wist ik al een tijdje. Maar om daar zo rond mijn vijftigste nog aan te beginnen? Was het niet beter van het leven te genieten? De kinderen stonden op eigen benen. Nu was er ruimte voor zondagse fietstochten, zeiltochtjes over het IJsselmeer, mooie vakanties naar verre oorden.

Carrièreswitch?
De vergrijzende samenleving vraagt van ons dat we langer doorwerken. Vijftigers zitten meestal pas op 2/3 van hun arbeidzame leven. Toch staat de arbeidsmarkt niet te springen om oudere werknemers in dienst te nemen. Word je na je 45ste werkloos, zie dan nog maar eens een andere baan te vinden. Blijven zitten waar je zit lijkt dus het devies.

Is het dan nog wel zinvol het roer om te gooien en iets heel anders te gaan doen? Had het, in mijn geval, nog zin een nieuwe opleiding te starten? Wat zijn mijn beroepskansen als schrijfster, haal ik de jeugd ooit nog in? En, o eeuwige twijfel, wie zit er eigenlijk op mijn schrijfsels te wachten?

Èn – èn
De drang om te schrijven bleef – èn het verlangen daarin het uiterste uit mezelf te halen. Dus hakte ik de knoop door en vind ik mezelf nu ineens terug in het vierde en laatste jaar van de Schrijversvakschool.

Nog steeds verdien ik mijn geld met cijfers, waar ik gelukkig veel plezier in heb. De letters hebben echter ook hun intrede gedaan. Ik heb geen moment spijt gehad van mijn besluit om me ook daarin te professionaliseren.

De moraal
De afgelopen drie jaar heb ik veel geleerd over de technische kanten van het schrijven en ik geniet van de interactie met medestudenten-schrijvers. Ik heb in ieder geval al bewezen dat ik niet te oud ben om te leren. Of ik de wereld nog zal kunnen verrassen met mooie verhalen? Zal de roman die in mijn hoofd zit er ooit komen? Geen idee.

Onmogelijk is het niet: Frank McCourt debuteerde op zijn 66ste met ‘De as van mijn moeder’. Ik ben pas 50plus. Dus ik heb nog even de tijd om de wereld te veroveren.

Geplaatst in Schrijversleven | 15 reacties