Stervenskoud

Steef veegt het haar voor zijn ogen weg, knikt nog even naar de gezichten op het beeldscherm en verlaat dan de online vergadering. Een half uur heeft hij, voor de volgende sessie gepland staat. Overleg met collega’s over de functionaliteiten van het nieuwe klimaatbeheersingssysteem. Hij staat op, het T-shirt plakt aan zijn rug. Gelukkig kan hij in boxershort vergaderen en hoeft hij zich niet in een pak te hijsen.
Marit heeft een thermoskan koffie op het aanrecht gezet. Hij wil geen koffie en loopt door naar de koelkast. Nog drie biertjes staan er – het  rantsoen voor de komende twee weken. Met een zucht sluit hij de deur en loopt met een glas water terug naar het bureau.

Marit was al vroeg weg, vanmorgen. Na dágen bot te hebben gevangen, had ze uiteindelijk een tijdslot bemachtigd voor een plekje aan de plas in de duinen. Suze begon direct opgetogen te springen toen ze het vertelde, Teun had even gemord over het vroege tijdstip. Het vooruitzicht op maar liefst zes uur lang verkoeling bij het water maakte veel goed.
Steef zucht en leunt achterover. Vijf weken duurt deze hittegolf nu al, en er lijkt geen einde aan te komen. Het thuiswerken, begonnen tijdens de start van de pandemie, vorig jaar, is inmiddels tot norm verheven. ‘Teveel verkeersbewegingen hebben een negatief effect op de CO2-uitstoot’, vertelde de premier. ‘Er is draagvlak,’ vond zijn minister van justitie. ‘De mensen zijn er inmiddels aan gewend.’
Zoals ze aan zoveel gewend waren geraakt, het afgelopen jaar. Na het hoogtepunt van de pandemie, toen de vaccinaties effect begonnen te krijgen, waren er voorzichtig versoepelingen doorgevoerd. De kinderen mochten weer één dag in de week naar school, voor hun sociale ontwikkeling. Op de andere dagen was er thuisonderwijs. Marit nam de ochtenden voor haar rekening, daarna vertrok ze naar het ziekenhuis. Nog steeds waren er onevenredig veel opnames op de IC-afdeling waar ze werkte, en het ziekteverzuim onder haar collega’s was hoog. Hij deed de middagen, al kwam het er vooral op neer dat hij de film uitzocht die ze op één van de vele streamingdiensten mochten bekijken. Engelstalig, dat dan weer wel.

Twee maanden geleden, na een overtuigende verkiezingswinst, had de regering verder ingegrepen. Tijdens de pandemie was het gevaar van overgewicht en het belang van gezonde voeding al aan het licht gekomen. Nu het virus was bedwongen wachtte een volgende uitdaging.
Samen met Marit en de kinderen had hij de zoveelste persconferentie gevolgd. ‘De vleesconsumptie moet verregaand beperkt worden,’ zei de minister president. ‘We moeten een leefbare wereld nalaten aan onze kinderen. Alleen samen worden we de klimaatcrisis de baas.’
De restaurants, nog gesloten vanwege de pandemie, mochten alleen open als ze een  verantwoord vegetarisch en gezond aanbod konden garanderen. Alleen voor thuisbezorging, uiteraard. Restaurantbezoeken zouden teveel verkeersbewegingen met zich mee brengen.
Supermarkten werden razendsnel omgebouwd tot luxe voedseldistributiecentra. De rantsoenen waren ruim voldoende: groente en fruit in overvloed, biologisch vlees voor één vleesmaaltijd per week. Twee flessen frisdrank en één zak chips of nootjes per maand. En zes blikjes bier. Gelukkig dronk Marit niet.
 Op een paar incidentele opstootjes na was er geen verzet. De meeste raddraaiers waren al tijdens de avondklokrellen opgepakt en achter slot en grendel gezet. Het volk was murw geslagen. De minister van justitie had gelijk gehad, men raakte er aan gewend.

Steef zet het glas terug in de keuken en gaat met een zucht achter zijn laptop zitten. Er licht een berichtje op, om hem te herinneren aan zijn kappersafspraak, over drie dagen. Hij haalt zijn hand door het haar. Vanavond vraagt hij Marit er de tondeuse overheen te halen. Dat scheelt weer een verkeersbeweging. In een driftige beweging annuleert hij zijn afspraak.
Dan scrolt hij door de agenda voor de volgende vergadering. De letters dansen voor zijn ogen, het lijkt of de hitte zijn hersens doen smelten en hij de zinnen niet meer kan opnemen. De mobiele airco slaat pas over twee uur aan, die mag maximaal een half uur per dag gebruikt worden.
Hij denkt terug aan die laatste persconferentie. De premier, en de minister van justitie, smetteloos in pak in het zaaltje vol journalisten, de onvermijdelijke gebarentolk tussen hen in. Van de ondraaglijke hitte die het land toen al teisterde was daar niets te merken. Zij hebben wel fulltime airco. Net als de premier zelf, in het kantoor dat uitkijkt op de vijver. Geen zomerreces dit jaar, de grote Europese kwesties vragen de aandacht, had de premier gezegd. Bullshit. Hij zou het ook wel weten. Nergens is het beter toeven dan in een kantoor met airco.

Steefs beeldscherm piept, het is tijd voor de volgende vergadering. Eén voor één melden de deelnemers zich. Frans, van de financiële afdeling, kijkt met kleine ogen door zijn dikke brillenglazen heen. Hij draagt vast ook niets dan een boxershort. Karin, van de planning, heeft het haar opgestoken, blonde pieken plakken tegen haar gezicht. Zouden haar brede heupen ingesnoerd zitten in een string. Hij verdringt zijn fantasiebeeld. Ze heeft een nat sjaaltje in haar nek gelegd.
‘We hebben een spoedklus,’ meldt ze. ‘Onderhoud aan het systeem van het ministerie. De airco stinkt, zeggen ze.’
Steef schiet overeind ‘Op locatie? Is er een ontheffing?’
Karin schudt haar hoofd. ‘Helaas… Den Haag is afgegrendeld. Het moet digitaal.’
‘Ook geen probleem,’ zegt Steef. ‘Ik heb wel ruimte. En ik ken het systeem als geen ander. Geef de inlogcodes maar door.’
Even later heeft hij een verbinding gelegd met het systeem van het ministerie, draait de routinecontroles en leest de codes uit. Niets verontrustends zo te zien. Hij beweegt zijn muis, klikt door, gaat dan weer terug. Ziet hij dat nou goed? Staat de code voor een complete shut-down zomaar weggestopt in een van de codes op het scherm? Hij kijkt nog een keer en hapt naar adem. Dat moet hem zijn, de code om het totale klimaatsysteem in de regeringsgebouwen plat te leggen.

Wat zou er gebeuren, als de leiders van het land dezelfde hitte moesten verdragen als het volk? Het zou ongetwijfeld direct naar hem te herleiden zijn, de consequenties zouden niet te overzien zijn. Hij herinnert zich nog de verhalen over gearresteerde betogers tegen de maatregelen, de vragen die Amnesty stelde over hun behandeling. Dat was nog voor allerlei activistische organisaties buitenspel werden gezet. Een speciale spoedwet gaf het ministerie van justitie verregaande bevoegdheden in crisistijd.
Steef buigt voorover naar het scherm, prevelt de cijfercombinatie zachtjes voor zich uit. Zijn vingers gaan hun eigen weg en toetsen de shut down code in. Dan trekt hij zijn handen terug. Dit kan niet. Dit kan hij niet doen. Hij wil zichzelf niet in gevaar brengen, en Marit en de kinderen al helemaal niet. Hij leunt achterover, slaat zijn handen voor zijn gezicht.

In de gang klinkt rumoer, de kamerdeur gaat open en Suze stormt naar binnen. Haar haar is krullerig van het zilte water, haar ogen schitteren en haar wangen zijn rood. Ze springt op zijn schoot. ‘Het was zó fijn, papa!’. Haar huid voelt warm aan, hij wil haar van zich afduwen en stoot onbedoeld tegen de muis op de tafel. Langs zijn dochter ziet hij de letters op het scherm oprichten. Grote, rode letters schreeuwen een laatste waarschuwing,  dan wordt het scherm inktzwart.
Ineens heeft hij het stervenskoud.