‘Is het niet eenzaam, dat schrijven?’ vragen mensen soms. ‘Ik zou het niet kunnen hoor, hele dagen in je eentje achter die computer.’
Meestal schiet ik in de lach bij zo’n opmerking. Eenzaam? Alleen? Niets is minder waar. In mijn hoofd verdringen de personages zich, de één na de ander vraagt om aandacht. Martijn, de 25-jarige hoofdpersoon uit een van mijn verhalen, is hopeloos verliefd op Silke, maar waarom lukt het dan niet tussen die twee? Heeft dat te maken met Larissa, Silkes vriendin, die een oogje heeft op Martijn? En hoe moet het met Ernesto, mijn Cubaan, gaat hij het redden in Nederland? Of keert hij gedesillusioneerd terug naar zijn vaderland?
Hoe ontstaan personages?
Er zijn veel manieren om personages te creëren. Internet biedt een schatkist aan oefeningen, je vindt ze bijvoorbeeld bij Schrijvenonline.
Personages kunnen lijken op je baas, je buurvrouw of een leraar van jaren geleden.
Ze kunnen ook helemaal uit je eigen fantasie ontstaan. Personages kunnen vreemde afwijkingen hebben, of redelijk geslaagd meedraaien in de maatschappij. Als ze maar een allesverzengende drijfveer hebben.Sommige schrijvers werken van tevoren complete biografieën uit, bij anderen ontstaan de personages tijdens het schrijven van het verhaal. En daar kunnen allerlei varianten tussen zitten. Mijn eigen werkwijze houdt het midden tussen schrijvenderwijs ontdekken hoe mijn karakters in elkaar zitten en vooraf complete schema’s bedenken.
Intuïtie?
Het is een meisje en ze heet Marente. Met die wetenschap word ik op een ochtend wakker. Marente zal een grote rol spelen in de roman die ik wil gaan schrijven. Ik zie haar voor me; ze is blond, licht, vrolijk, speels en drieëntwintig. Op straat, op terrasjes of in een bioscoop kijk ik net iets alerter om me heen. Ik zie types die op haar lijken. Soms hoor ik een uitspraak die van haar zou kunnen zijn, maar ze is het telkens net niet. Gaandeweg krijgt ze meer vlees op haar botten. Ik ontdek welke opleiding ze heeft gedaan, en hoe ze een haat-liefde verhouding heeft met haar oudere zus. Belangrijker voor mijn verhaal is haar relatie met haar veel te vroeg overleden vader – en de stiefvader die daarna kwam.
Lastige type’s
Het is niet altijd zo eenvoudig. Marente’s tegenspeler, Jurre, kost me aanvankelijk meer moeite. Een man, begin veertig, die in eerste instantie Jasper heet. Tot ik na een paar dagen besluit dat Jurre passender is. En als de naam eenmaal klopt, kost Jurre’s levensloop me ook weinig moeite meer. Ik weet zelfs al waar Marente en Jurre elkaar zullen ontmoeten, welke problemen er in de weg staan en hoe het zal eindigen.
Toch wil ik nog niet beginnen met het echte schrijfwerk. Er zijn meer mensen die een rol spelen in dit verhaal. Marente’s moeder, Simone, krijg ik nog niet helder. Haar zus, Tamara, is vooral druk met haar carriere, zij zal slechts een bijrol spelen. Maar de overleden vader, Theo, mag er dan fysiek niet meer zijn – hij is wel degelijk belangrijk. Wie was hij? En hoe zit het met zijn beste vriend, Ronald? Die is na Theo’s dood met diens weduwe, Simone getrouwd.
Een beetje van jezelf…
‘Je schrijft toch vooral over jezelf.’ Ook dat is een opmerking die ik vaak hoor. Ik ben er nog niet helemaal uit. Waarschijnlijk zit in ieder personage dat ik bedenk wel een stukje van mezelf. Alles wat ik schrijf, heb ik tenslotte zelf bedacht. Maar schrijven biedt óók de mogelijkheid om in de huid van iemand anders te kruipen – iemand die anders denkt, anders leeft, anders reageert.
Drukte
Als ze er eenmaal zijn, laten de personages zich niet zo makkelijk wegduwen. Niet alleen tijdens mijn schrijfuren, ook in mijn dagelijks leven zitten ze in mijn hoofd. Als ik in mijn persoonlijke leven geconfronteerd wordt met een vervelende buurman, vraag ik me af hoe Simone daarop zou reageren. En op een dansavond zie ik ineens Marente op de dansvloer voor me.
Met Martijn, Silke en Ernesto is het overigens uiteindelijk goed gekomen. Nu zij hun vorm hebben gekregen in afgeronde verhalen, kan ik ze langzaam maar zeker loslaten. Al kun je je afvragen in hoeverre een verhaal ooit écht af is – maar daarover een volgende keer.
Pingback: Eenzaam - Huizer Schrijversgilde